>
Het is ‘golden week’ in Japan. Er zijn 4 nationale feestdagen op een rij en festivals op veel plaatsen. Al met al zorgt dit voor een ware volksverhuizing. Op zich is dat best gezellig maar als een groot deel van de 127 miljoen Japanners besluit er op uit te gaan dan leidt dat tot overvolle treinen, lange rijen voor de restaurants en het vervelendste: geen beschikbare hotelkamers meer voor mensen die zo’n beetje op de bonnefooi door het land trekken. Na eindeloos zoeken en vragen vonden we vlak voordat we de dichtstbijzijnde brug wilden opzoeken (om het ons daaronder dan maar ‘gemakkelijk’ te maken) toch nog een kamer, een zogenaamde semi-double room.
Als het al ‘semi-double’ is voor Japanners dan is het voor ons meer 'too small'. We moesten met een soort hink-stap-sprong over de tassen klimmen om in het bedje te kunnen komen. En nu ‘maakt liefde een smal bed breed’ maar op een gegeven moment wil je toch ook wel gewoon slapen.
Het festival dat wij hebben bezocht heet Hakata Dontaku Matsuri, het grootste in Japan. Het bestaat al 800 jaar maar in de Meiji periode is het vernoemd naar de Nederlandse gewoonte om zondags niet te werken. ‘Dontaku’ schijnt een verbastering van ‘zondag’ te zijn. Gedurende de ruw weg 280 jaren daarvoor had Japan de grenzen gesloten voor alle westerlingen behalve de Nederlanders. Zij mochten blijven omdat ze niet hadden geprobeerd de Japanse cultuur of religie te beinvloeden maar zich puur hadden gericht op de handel en wetenschap. Je vindt hier dan ook op veel plaatsen historische verwijzingen naar die periode. In Nagasaki is zelfs een complete VOC handelspost bewaard gebleven.
Mocht het al zo zijn dat onze taal ook terug komt in andere Japanse uitdrukkingen dan valt dat in ieder geval niet op. Maar goed: de link tussen ‘dontaku’ en ‘zondag’ springt ook niet onmiddellijk in het oog, dus wie weet? Evidenter is hun voorliefde voor de Franse taal. Winkels, restaurants en merken voeren graag een Franse naam of slogan. Niet altijd juist geschreven maar dat maakt het des te sympathieker.
Wij worstelen ons ondertussen van het ene communicatieprobleem naar het andere maar komen er meestal wel uit. Dat ik graag een stukje ‘meat’ wilde bestellen was de ober echt niet duidelijk. Mijn tekening van een koe waarop ik vervolgens hoopvol wees leidde wel tot de nodige hilariteit maar niet tot het gewenste gerecht. Ad heeft het vervolgens kordaat opgelost door de man aan de mouw mee de keuken in te voeren en daar het een en andere aan te wijzen. We hebben er héérlijk gegeten. We wilden dan ook de volgende avond terug komen maar toen zaten ze opeens vol….zal wel met de drukte van het festival te maken hebben gehad.
Om de vaarschema’s van de boten te achterhalen viel ook niet mee. De lange rijen bij de balie’s nodigden ook niet uit om het maar eens ergens te proberen. Gelukkig was er een behulpzame steward die wist dat er ergens in het gebouw een bord (hij beschreef een vierkant in de lucht) met ‘information’ was. Hij begeleidde ons kris kras door de menigte naar de andere kant van het gebouw waar inderdaad een groot bord stond met bovenaan ‘information’. Helaas was de rest van de tekst in het Japans.
Toch zaten we al snel op de boot. We belandden weliswaar op een ander eiland dan we van plan waren maar het was er prachtig (de foto van de bloementuin is daar gemaakt) dus het was ons net zo lief.
Soms weet je ook niet wat je hoort maar dan omdat het juist zo bekend klinkt. De onverwachte begroeting in de ontbijtzaal bleek van Sophie Rutgers (een Randstad collega die tijdelijk in Japan werkt) te komen. We wisselenden wat ervaringen uit en begrepen uit haar enthousiaste verhalen dat het heel goed gaat met haar en met het uitzenden in Japan. We kunnen ons er alles bij voorstellen dat ze straks terugkijkt op een boeiend jaar en een fantastische ervaring.
woensdag 5 mei 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten